Afgelopen zaterdag is de avondklok ingegaan. En waar ik normaal gesproken in de winter helemaal niet zo vaak naar buiten ga na 21.00 uur, voelt het toch vreemd. Ik ben wel even in de achtertuin gaan staan en het is ongekend stil op straat.
Het verkleinen van mijn bewegingsruimte zorgt bij mij voor de behoefte om in ieder geval iedere dag bij daglicht buiten te zijn. Ik wandel wat af. En ik ben niet de enige als ik al wandelend om me heen kijk 😉
Ik merk dat deze tijd van mij vraagt om iedere keer het grotere geheel voor ogen te houden. Wat is ervoor nodig om met elkaar en naast elkaar te zorgen voor een wereld waarin we met elkaar samen leven en goed voor de aarde zorgen? Ook als we van mening verschillen en ander perspectief hebben op wat er nu gebeurt.
De dagen rondom de persconferentie wordt vaak al zoveel informatie gedruppeld dat de ‘nieuwe regels’ die aangekondigd worden eigenlijk niet heel erg verrassen. En toch is het iedere keer weer slikken als de regels weer worden aangescherpt in plaats van versoepeld.
De afgelopen persconferentie raakten vooral de aangescherpte regels over het ontvangen van bezoek. Met z’n vieren mochten we al een tijdje nergens samen heen want onze dochters zijn 13+ maar dat je je ouders niet meer samen mag ontvangen vind ik wel ingewikkeld. Of mijn dochters hun vriendengroepjes die uit meer dan één persoon bestaan niet meer mogen zien. Of dat je als gezin echt na moet denken over wie er wanneer langskomt of iemand kan uitnodigen. De ruimte voor spontaniteit verdwijnt.
Zo heb ik afgelopen zaterdag met mijn moeder een stuk gewandeld en nog even een bakje koffie gedaan bij ons thuis op 1,5 meter, wat stress en spanning opleverde voor onze jongste want die had die middag een afspraak met een vriendin gemaakt en kon dat dan nog wel? Daar had ik niet genoeg bij stilgestaan. Het vraagt dus extra afstemming en overleg. Een spontane vraag als er iemand aan de voordeur staat: ‘Kom je even binnen’ roept aan twee kanten ongemak op.
In mijn werk en om mee heen zie ik ook de impact en de druk die al deze regels leggen binnen gezinnen. Wat mij al helpt is om dit niet te strak als regels te zien maar als richtlijnen waar we ons zo goed mogelijk aan proberen te houden. Dat geeft al wat lucht.
Maar ik maak me ook wel zorgen. Ik zie ouders om me heen ploeteren. Je kinderen in de basisschoolleeftijd lesgeven terwijl je ook je eigen werk probeert te doen is gewoonweg niet mogelijk en zorgt voor veel druk. De ‘achterstanden die de leerlingen oplopen’ die breed wordt uitgemeten in het nieuws levert druk op bij de kinderen, hun ouders maar ook docenten. Laten we kijken naar een nieuw begin als de scholen straks weer echt open mogen. Om lekker te kunnen leren is het belangrijk om goed in je vel te zitten. Dat leren komt daarna wel. En vergeet niet wat de kinderen wél leren nu.
Ik maak me ook zorgen over uitgestelde zorg. Over de eenzaamheid van mensen die alleen zijn. De ondernemers die hun levenswerk kapot zien gaan. De relaties die onder druk staan. De toename van burn-out klachten en depressieve gevoelens. De prijs die we met z’n allen betalen is hoog.
Wat ik veel zie gebeuren is dat we die gevoelens proberen weg te wuiven: ‘er zijn anderen die het veel zwaarder hebben dan ik.’ Maar daarmee ontken je je eigen gevoelens die er ook mogen zijn. De vraag je je jezelf mag stellen: wat kan ik vandaag doen om goed voor mezelf te zorgen? Want als jij goed voor jezelf zorgt kun je er daarna ook zijn voor anderen.
Ik stel mezelf ook regelmatig de vraag: weegt de prijs die we betalen met z’n allen op tegen het aantal levens dat we redden door het zo te doen? De maatregelen die nu al bijna een jaar van kracht zijn, zijn ontwrichtend voor de samenleving en ik denk dat de vervolgschade die nu misschien nog niet zichtbaar is zich de komende jaren zal openbaren.
Maar waar ik vooral van schrik is het wij-tegen-zij. Je bent voor of je bent tegen. Ik schrik van de rellen, van de agressie naar de hulpverleners die hun werk proberen te doen.
Naar elkaar blijven omkijken en écht luisteren ook al heb je een andere mening blijft belangrijk. En onszelf de vraag stellen: wat versterkt het geheel? Wat versterkt Nederland? Wat versterkt de wereld?
We hebben één wereld die we samen mogen delen. Laten we haar samen een beetje mooier maken.