Als ik vroeger bij mijn oma op bezoek was dan kregen we een glaasje priklimonade. In een van de keukenkastjes stond dan een rond blikje met zwart en rode tekening en een dekseltje met een gouden knop. Als oma de deksel van het blikje had afgehaald mochten we vijf dropjes pakken. Met die dropjes probeerde je dan langer te doen door erop te zuigen. Als wij wat zaten te drinken en zo lang mogelijk deden met de dropjes waren we stil en konden onze ouders rustig kletsen. Het waren zoethoudertjes.

De kans bestaat dat je die zoethoudertjes nu in je volwassen leven nog regelmatig tegenkomt alleen dan verstopt in zogenaamde kansen. De kans is groot dat je op een gegeven moment voelt: ik ben toe aan de volgende stap in mijn carrière en dat je dan een project voorbij ziet komen die je baan weer wat uitdagender maakt. Of dat je in een gesprek met je leidinggevende kenbaar maakt dat je misschien wel toe bent aan een volgende stap buiten de organisatie en dat je promotie krijgt aangeboden omdat ze je niet kwijt willen voor de organisatie. Dat je gevraagd wordt voor een vrijwilligersklus die lijkt te liggen in de richting waarin je je wilt ontwikkelen maar die je vervolgens toch niet echt aansluit. Dat je ‘ja’ zegt tegen een opdracht in je bedrijf want je wilt graag helpen terwijl je eigenlijk weet dat je een andere kant op wilt.

Als die klussen die op je pad komen lijken ze fantastisch maar het zijn meestal zoethoudertjes. Je kunt ze herkennen door een ‘wel leuk’ of ‘wel aardig’ gevoel. Best lekker op de korte termijn en als je er niet teveel van snoept. Toch is de smaak eigenlijk bitterzoet omdat ze je eigenlijk afhouden van wat je het liefst zou doen.

Daar zit de lastigheid ook in: oudste dochters zijn gericht op hun omgeving. Ze zijn gericht op het versterken van het geheel en zien kansen. Ze zien werk al liggen of hebben het al naar zich toegetrokken voordat iemand er zelfs maar om gevraagd heeft. De valkuil is dat je reageert op wat er op je afkomt en dat je vergeet te kijken naar wat je zelf eigenlijk wilt.

Weten wat je niet meer wilt, dat weten oudste dochters vaak wel. Weten wat je wel wilt is een heel ander geval. Die vraag kan nieuw zijn voor oudste dochters. Ze hebben geen idee wat hun volgende stap kan zijn en daardoor blijven ze zitten waar ze zitten. Nemen ze klussen aan die wel oké zijn, maar waar hun hart niet echt sneller van gaat kloppen.

Dat oudste dochters niet zo goed weten wat ze wel willen is niet zo gek. Het is ze nooit gevraagd. Ze weten daardoor niet zo goed wat hun eigen behoeften zijn, wat ze goed kunnen en waarmee ze waarde toevoegen. Dat maakt het lastig om je volgende stap van binnenuit te bepalen.

Oudste dochters zijn geneigd om dit alleen op te lossen, dat zijn ze gewend. Maar dit kun je gewoonweg niet alleen. Daar heb je hulp van een ander bij nodig omdat die vaak net dingen ziet die jij niet ziet omdat je middenin de situatie zit.

Ben je klaar met zoethoudertjes en wil je ontdekken wat jij nu eigenlijk echt wilt? Weet dat we je graag helpen. Via deze link kun je een afspraak maken voor een persoonlijk gesprek. Je bent welkom!