Na maanden thuis heb ik afgesproken met een vriendin om te gaan wandelen op de Holterberg. We spreken af op de parkeerplaats en gaan op pad.

Ongeveer een uur later zoeken we een bankje op. Ze trekt vers afgebakken broodjes uit haar tas en zegt ze: ‘Zo, en nu heb ik wel zin in een kop koffie.’ Ik kijk haar aan en zeg: ‘Die ligt nog in de auto.’ Ik zie een vraagteken in haar ogen. Gevalletje miscommunicatie. 

In mijn gedachten gingen we wandelen en daarna picknicken. Zij dacht dat we dat gingen combineren. Wat er ook meespeelt is dat ik dacht: wandel licht en daarna de beloning. Een oud patroon: ‘Zo’n kop koffie/picknick moet ik wel eerst verdienen.’ We hebben er samen hartelijk om gelachen bij ieder bankje waar we vervolgens langsliepen dat we zo’n zin hadden in koffie. Die koffie smaakte uiteindelijk bij de auto op een picknickkleed met vers gebakken brownies dan ook extra goed.

Het was fijn om samen een stuk te wandelen, bij te praten en te horen hoe het echt met elkaar ging. De herkenning. Het samen zijn. De mogelijkheden voor online beeldbellen zijn geweldig maar er gaat toch niets boven persoonlijk contact.

De afgelopen dagen was het vrij druk in mijn hoofd. Veel gedachten. Veel interne dialogen die me niet echt verder hielpen. Slechter slapen, moe zijn en daardoor minder in contact staan met m’n lichaam en intuïtie. Ook wel logisch.

Corona heeft net als bij veel van ons invloed op de plannen die ik had gemaakt. Dat betekent meebewegen en plannen bijstellen. Meestal lukt dat best goed. Nu mijn groepssessies niet door zijn gegaan werk ik meer individueel zowel online als offline. Het is al heel fijn dat die mogelijkheid bestaat. Neemt niet weg dat ik werken met de groepen mis.

Onlangs hoorde dat ik mijn werkplek in Villa Voorstad uiterlijk 31 juli moet verlaten. Terwijl de verf net droog is. Vlak voor de intelligente lockdown ben ik weekenden aan het klussen en schilderen geweest om de ruimte weer fijn te maken voor de volgende periode. Echt balen. Op zoek dus naar een nieuwe plek.

Maar wat wil ik dan? En hoe dan? Wat mag straks wel en niet? En dan de innerlijke rechter die er een schepje bovenop doet: Wie denk je wel niet dat je bent? Wie zit er nu op jou te wachten? Als ik niet uitkijk schiet ik in de kramp en de piekermodus en die helpt in ieder geval niet.

Alleen al het uitspreken dat ik het even niet weet en dat mijn innerlijke rechter overuren maakt was al fijn en gaf ruimte. Het wandelen en de omgeving hielp me ook weer om in het nu en in mijn lijf te komen. En als dat lukt dan voel ik ook weer vertrouwen. Het is al goed. En ik hoef het nu nog even niet te weten.

Eenmaal thuis voelde ik ook pas hoe moe ik eigenlijk was en heb ik nog twee uur geslapen. Overdag. Daarna voelde ik me alweer een stuk fijner en rustiger. Ook nieuw: gewoon slapen of dutten als je moe bent. Een aanrader!

Merk je ook dat je hoofd maar blijft malen en lukt het je nog niet om je volgende stap te bepalen? En kun je wel wat hulp gebruiken? Neem dan even contact met me op. Je bent welkom!