Ben je een oudste dochter en herken je dit:
~ Je werkt te hard
~ Je springt in gaten die vallen of dreigen te vallen
~ Je regelmatig ‘gedoe’ ervaart met je ouders, broers en zussen
~ Je voelt dat er meer in je zit maar ergens voelt dat je de handrem er nog ophoudt
~ Je past je aan aan je omgeving en dat je je kleiner voelt dan je bent?
Dan is de kans groot dat je in de oudste dochter dynamiek terecht bent gekomen.
Wat is de oudste dochter dynamiek?
De oudste dochter dynamiek is een patroon dat zijn oorsprong heeft in het familiesysteem waarin je geboren en opgegroeid bent. In een familiesysteem heeft iedereen een eigen plek.
Je kunt het vergelijken met een mobiel die je boven een kinderbedje hangt. Als iedereen zijn plek inneemt dan is de mobiel in balans. Om het goed te laten gaat met de mensen in een familiesysteem zijn er drie natuurlijke basisprincipes: ordening, binding en balans in geven en ontvangen. Als er een duidelijke ordening is waarbij ouders zorgen voor hun kinderen, iedereen die bij het familiesysteem hoort erbij hoort en er sprake is van een balans in geven en ontvangen dan stroomt de energie en kun jij als oudste dochter opgroeien op je eigen kindplek.
Is een van de basisprincipes verstoord, dan is de kans groot dat jij als oudste dochter de balans probeert te herstellen en van je plek afraakt om ervoor te zorgen dat het goed gaat met je ouders en het familiesysteem als geheel. Je kunt je dan groter maken en de bovenpositie innemen of je juist kleiner maken en de onderpositie innemen. Dit patroon neem je nu je volwassen bent onbewust mee in je werk, je huidige gezin, je partnerrelatie en je sociale leven.
Je groter maken: de ouderpositie innemen
Het kan zijn dat als je als oudste dochter merkt dat je ouders fysiek of emotioneel minder beschikbaar zijn en dat je onbewust gaat zorgen voor je ouders. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als je ouders veel aan het werk zijn in het (familie)bedrijf of als een van je ouders ziek of verslaafd is en niet voor jou en je broertjes en zusjes kan zorgen. Je maakt je dan groter en neemt meer verantwoordelijkheid op je dan passend is voor jouw leeftijd. De rollen lijken dan omgedraaid: jij zorgt als oudste dochter voor je ouders, in plaats van dat je ouders zorgen voor jou.
Je voelt je groot, belangrijk en nodig. Het is ook een patroon waartoe je wordt uitgenodigd: ‘Jij bent de oudste, jij moet de wijste zijn.’ Je kunt dit in je gedrag herkennen doordat je altijd ‘aan’ staat. Je bent gericht op je omgeving en of het goed gaat met alles en iedereen. Je trekt werk naar je toe omdat je dan zeker weet dat het goed gebeurt. Je legt de lat hoog voor jezelf en je omgeving. Je kunt kritisch zijn op bijvoorbeeld je partner over kleine dingen. Zoals over hoe hij de schone was net anders opvouwt dan jij terwijl het resultaat hetzelfde is: schone was in de kast. Je kunt reageren als een kritische ouder en een oordeel hebben over andere mensen. Dit spreek je niet altijd uit, maar is wel voelbaar in de onderstroom. Als je de lat hoog legt – en dat is wat anders dan kwaliteit leveren – kan dat veel tijd en energie kosten. Gericht zijn op je omgeving betekent minder tijd en ruimte voor jou en de dingen die jij graag wilt doen.
Je groter maken kun je ook herkennen aan de neiging om te ‘moederen’ over volwassen mensen, zoals je teamleden, en op je werk meer verantwoordelijkheid op je nemen dan passend is bij je rol of functie. Je hebt nooit een gevoel van ‘klaar’ of ‘af’. Dat wordt veroorzaakt doordat je niet je eigen opdracht vervult; dan kun je ook niet voelen wanneer iets afgerond is. Je kunt dit ook herkennen als je denkt dat je onmisbaar bent in je werk of de organisatie. Je bent onbewust bang dat de boel in elkaar klapt als jij wat anders gaat doen.
Als je een leidinggevende functie vervult, kan het ook zijn dat de medewerkers minder eigenaarschap nemen dan je vanuit hun functies mag verwachten. Ook dat is logisch omdat je als het ware een soort moeder wordt van je medewerkers en zij vervolgens reageren vanuit een kindpositie, omdat je onbewust en onbedoeld bij ze het eigenaarschap wegneemt. Misschien voel je de neiging om te ‘redden’. Je kunt ook te lang blijven hangen op een bepaalde positie vanuit je grote gevoel van verantwoordelijkheid en loyaliteit.
Je groter maken heeft je ook veel gebracht: op wilskracht en doorzettingsvermogen heb je mooie resultaten geboekt. De keerzijde is dat je te hard werkt en je minder vrij voelt. Je bent minder goed in contact met je lichaam en voelt niet goed aan wanneer je over je eigen grenzen heen gaat.
Als je dit patroon herkent, dan is de kans groot dat je moeite hebt met autoriteit. Je kunt onbewust de neiging hebben om het beter te weten dan je leidinggevende en onbedoeld op zijn of haar stoel te gaan zitten (als je niet al zelf de hoogste positie bekleedt). Fysiek kun je dit merken doordat je veel in je hoofd zit, je ademhaling vaak hoog in je borst zit en je kunt geneigd zijn om jezelf ook fysiek – heel subtiel – iets groter te maken: je schouders gaan wat meer naar achteren, je kin iets omhoog.
Je groter maken, de bovenpositie kiezen, heeft je gebracht tot waar je nu bent met hard werken, wilskracht en doorzettingsvermogen. Op de langere termijn kan het je ook uitputten, leiden tot burn-outklachten en een ‘leeg’ gevoel, doordat je niet echt in verbinding bent met je lichaam en je gevoel. Je bent in deze positie niet echt aanwezig in het hier en nu, maar bent gericht op (en je zorgen aan het maken over) de toekomst.
Je kleiner maken: de kindpositie innemen
Het kan ook zijn dat je als kind hebt gevoeld dat er spanningen waren, bijvoorbeeld in de relatie van je ouders. Wellicht ontwikkelde je al vroeg voelsprieten om dergelijke spanning aan te voelen en heb je je aangepast om te zorgen voor harmonie binnen jullie gezin: als ik maar lief en aardig doe en me aanpas, dan blijven mijn ouders wel bij elkaar.
Herken je dit patroon van je kleiner maken? Dan is de kans groot dat je dit ook herhaalt op je werk en thuis. Je hebt waarschijnlijk een hekel aan conflicten en bent geneigd om die te voorkomen door te verbinden en te bemiddelen. Je bent sterk gericht op je omgeving en veel minder op jezelf en je eigen behoeften. Je blijft bemiddelen en meebewegen om te voorkomen dat zaken escaleren. Ook dan ben je minder vrij om je eigen keuzes te maken en de focus op je eigen taak en opdracht te houden. Misschien ben je om die reden werkzaam geworden binnen een stafdienst of HR-afdeling of vervul je een rol als mediator of adviseur.
Ook als volwassene kun je geneigd blijven om je kleiner te maken dan je bent of de onderpositie in te nemen. Je past je aan naar wat je denkt dat je omgeving van je verwacht. Je reageert dus ook nu je volwassen bent nog als het aangepaste kind, nog naarstig op zoek naar de erkenning van buitenaf.
Je grote angst is dat anderen je niet meer aardig vinden en dat je er niet meer bij hoort als je grenzen aangeeft en ‘nee’ zegt. Je vermijdt schuldgevoel en probeert het voor iedereen goed te doen, alleen vergeet je jezelf. Je kunt je ook slachtoffer voelen en de schuld buiten jezelf leggen. Je reageert dan als volwassene nog steeds vanuit je aangepaste kindplek. Ook fysiek kun je je (onbewust) kleiner maken dan je bent: je krimpt fysiek iets in elkaar, je schouders zijn iets naar voren gebogen.
Het is tevens mogelijk dat je heen en weer beweegt tussen je groter maken (de bovenpositie, ook wel ouderpositie genoemd) en je kleiner maken (de onderpositie, ook wel de kindpositie genoemd). Je bewust zijn van deze twee bewegingen helpt al omdat je dan de mogelijkheid hebt om deze patronen te doorbreken.
Afscheid nemen van de oudste dochter dynamiek
Om het goed te laten gaan met de mensen in je familiesysteem ben je je vroeger dus groter of juist kleiner gaan maken dan je was. Dat was als kind helpend, maar nu je volwassen bent niet meer. Het is belangrijk dat je het besluit neemt dat je vanaf nu je eigen volwassen plek inneemt.
Hoe je dat doet ontdek je in het boek ‘Het verborgen leiderschap van oudste dochters’, het bestverkochte managementboek van 2023. Je bestelt het boek hier.